Het verschil tussen AC- en DC-laden voor je elektrische auto

De termen AC en DC klinken je misschien bekend in de oren vanuit de muziekwereld, maar ze maken ook een groot verschil voor de oplaadtijd van je elektrische wagen. Wat ze juist betekenen, waarin ze verschillen én voor welke van de twee je best opteert … ontdek je hier!

Waar staan die afkortingen voor?

Elektriciteit is geen energiebron die er altijd zomaar hetzelfde uitziet. Je hebt twee soorten:

  • AC (Alternate Current) of wisselstroom
  • DC (Direct Current) of gelijkstroom

Sinds het einde van de negentiende eeuw is wisselstroom de standaard voor ons stroomnetwerk. Die is namelijk veel makkelijker te transporteren, want ze verliest minder lading dan gelijkstroom. Bovendien kan je wisselstroom gemakkelijker omzetten van hoogspanning naar midden- of laagspanning. 

Het enige probleem is dat batterijen geen wisselstroom kunnen opslaan. Verschillende elektrische apparaten, waaronder de elektrische auto, moeten die weer omzetten in gelijkstroom om te functioneren. Die transformatie vindt plaats in een ingebouwde omvormer.

AC- of DC-laden? Dat hangt van de plaatsing van de omvormer af

AC- of DC-laden wil dus niet zeggen dat er in het laadproces maar één van beide soorten stroom voorkomt. Beide laadmethoden zetten nog steeds wisselstroom om in gelijkstroom, wat dat is de enige elektriciteitssoort die een elektrische wagen aan de praat krijgt. Het verschil ligt in de locatie waar de stroom wordt omgezet: 

  • Bij AC-laden bevindt de omvormer zich in de auto.
  • Bij DC-laden bevindt de omvormer zich in de laadpaal.

Lees ook ons artikel ‘Welke soorten laadpalen zijn er in België?’

AC-laden met een standaard laadpaal

AC-laden is de meest voorkomende laadmethode, omdat het simpelweg de meest voordelige is. De laadpalenfabrikant hoeft geen omvormer in de lader in te bouwen, waardoor de productie- en aansluitkosten lager liggen dan die van een DC-lader. 

Het enige nadeel aan AC-laden is de laadtijd. Die hangt namelijk niet alleen af van het vermogen van de AC-laadpaal, maar ook van het vermogen van de omvormer in de auto. Standaard publieke laadpalen hebben doorgaans een vermogen van 11 kW, maar dat getal kan variëren van 3,7 tot 22 kW. Afhankelijk van de gekoppelde auto (en de omvormer daarbinnen) haal je daarmee een laadsnelheid van 15 tot 90 kilometer per uur. Het vergt dus een lange tijd om je batterij helemaal vol te krijgen. 

  • De meeste laadpalen die bij woningen geïnstalleerd worden, zijn AC-laders. Als je auto toch de hele nacht op de oprit of in de garage staat, maakt het namelijk niet uit dat de laadpaal er 8 uur of meer over doet om de batterij 100% te vullen. Ook voor bedrijven is het een vanzelfsprekende keuze, want de bedrijfsauto’s van de medewerkers kunnen gewoon opladen op de parking, terwijl zij binnen aan het werk zijn.

DC-laden met een snellader

In DC-laders zit er ook een omvormer in de laadpaal zelf, zodat de auto de stroom zelf niet meer hoeft om te zetten. Deze laadpalen hebben een grotere capaciteit en bereiken een veel grotere laadsnelheid dan hun AC-equivalent, omdat gelijkstroom minder weerstand biedt wanneer het naar de auto vervoerd wordt. Daarom noemen we ze snelladers.

Snelladers hebben maar vijftien minuten tot een uur nodig om een autobatterij vol te laden. Je vindt deze laadpalen vooral aan tankstations van grote snelwegen of op handige openbare plaatsen (zoals hotels of shoppingcentra). Zo hoeven chauffeurs, die snel grote afstanden moeten overbruggen, niet lang te wachten. 

Door de complexiteit van deze snellaadapparaten liggen de productie- en aansluitkost wel wat hoger. Het grote nadeel aan DC-laden is dus dat het een stuk meer vraagt van je portemonnee. Snelladen is voor de meeste chauffeurs geen goede langetermijnoplossing, maar wel een handig redmiddel in noodgevallen of voor lange afstanden.

Ben je nog niet helemaal zeker welke laadoplossing het beste is voor jouw elektrische wagen? Of twijfel je welke laadpalen beter staan op de parking van je bedrijf?