Offsite bouwen met onsite impact. Dát is de missie van BuildUp en CEO Hélène de Troostembergh. In een poging om de klassieke bouwsector eens goed door elkaar te schudden, botsen de Aarschotse gamechangers af en toe op uitdagingen. Maar die vormen geen obstakel op weg naar 2050 en de beoogde energieneutraliteit in Europa. Verschilmaker Hélène gooit haar duurzame kaarten en plannen op tafel.
Wanneer startte het verhaal van BuildUp?
Hélène: “In 2018 zijn we concreet gestart. Met ‘we’ doel ik op mezelf met familiekapitaal. Eigenlijk startte dit verhaal al een paar jaar daarvoor vanuit een nood uit de bouwsector. Klanten wilden meer en meer afgewerkte bouwcomponenten om snel mee aan de slag te gaan. In het prille begin leverden we al staalframe-elementen, een alternatief voor ruwbouw en de klassieke baksteen. BuildUp is meegegroeid met de duurzame noden van de markt.”
Jouw interesse in de bouwsector en een duurzame aanpak: zat dat er altijd al in?
Hélène: “Niet uitgesproken, neen. Ik krijg vaak de vraag of ik ‘iets in deze sector’ heb gestudeerd. Want eens in de bouw, altijd in de bouw… Niet dus. Ik zat op de militaire school en dook daarna in een opleiding bedrijfsmanagement en entrepreneurship met een specialisatie in financiën. Komt dat al meer in de buurt (lacht)? Mijn passie voor bouwen zat er wel altijd al in. Na enkele jaren en héél wat inzichten rijker bij Danone – ver van de bouwwereld – begon het te kriebelen in 2018. Qua bedrijfscultuur heb ik daar enorm veel opgepikt. Met BuildUp wil ik ook impact maken op een positieve manier.”
Hoe uitdagend is het om in de klassieke bouwsector een bedrijf zoals BuildUp uit de grond te stampen?
Hélène: “Anno 2023 zijn de algemene bouwvoorwaarden op een werf sowieso een stuk strikter dan vroeger. Dat is al een uitdaging op zich. Door de moeizame zoektocht naar competente arbeidskrachten en de hoge grondstofprijzen is het een complex gegeven. Tegenwoordig moet je gebouw ook akoestisch in orde zijn, bestand tegen brand…”
Uit die complexe oefening is BuildUp als antwoord ontstaan?
Hélène: “Klopt. We hebben de bouwsector op zijn kop gedraaid. En brachten de werf van buiten naar binnen. We vereenvoudigden het bouwproces. In onze fabriek produceren we bouwcomponenten die we aan werven leveren. Zie het zoals de shift in de auto-industrie: 100 jaar geleden assembleerde je alle stukken apart in de werkplaats of garage, nu worden ze ook volledig in de fabriek zelf gebouwd. Dat laat toe om niet alleen sneller, maar ook kwalitatiever te bouwen. Een win-win voor élke partij in de bouw. Van architect tot bewoner.”
Neem ons eens mee door het proces van offsite bouwen.
Hélène: “Het start vrij klassiek. De architect levert een ontwerp af. Daarna neemt ons systeem het over. We digitaliseren het design en maken er productieplannen van. Die sturen we richting een assemblagelijn in de productie. Het eindresultaat? Prefabelementen. Het woord prefab heeft een redelijk negatieve connotatie, maar dat is het in essentie wel. Delen van een dak, twee panelen tegen elkaar, een stuk muur, … Die transporteren we naar de werf en via plug-and-play zetten we ze in elkaar. Het lijkt een beetje op het principe van LEGO® (lacht).”
Tijdens het bouwproces werken jullie volgens het principe van carbon design optimisation: wat is dat precies?
Hélène: “Eenvoudig uitgelegd: offsite bouwen zorgt voor een kleinere ecologische voetafdruk van een woning en kent daardoor minder belasting op de aarde en het milieu. Daar zit de drijfveer van BuildUp. Op die manier betekenen we écht iets voor de toekomst en deze sector. Offsite bouwen moet een antwoord bieden op een globale uitdaging. Door deze techniek toe te passen op de volledige bouwomgeving – van nieuwe tot bestaande woningen – hopen we een positieve impact te hebben op de voetafdruk van de sector.”
Wat zijn de grootste voordelen van deze manier van bouwen?
Hélène: “Twee zaken: kwaliteit en snelheid. Voor zowel de bouwsector zelf als de consument. En eigenlijk nog een derde: de ongelofelijke CO2-impact. Al blijft dat een moeilijk aan te halen voordeel omdat de kost nog zo hoog ligt. Omdat we werken met innovatieve bouwmethodes, zit je automatisch op kleinere volumes. Dat betekent duurdere aankoopprijzen. Eén plus één is twee natuurlijk.“
Tegen 2050 wil Europa energieneutraal zijn. Mooi. Maar heeft iemand al eens nagedacht hoe we daar geraken? Dan kom je onvermijdelijk op energetisch renoveren uit met een nieuw jasje rond de woning. Dat doen we ook met BuildUp
Welke uitdagingen zijn er nog binnen de sector?
Hélène: “Het is eigenlijk doodjammer hoe slecht het gesteld is met de bouwsector. Op vlak van carbon footprint, afval, recycleerbaarheid, … Er is nog veel werk aan de winkel. Maar hoe slechter een sector het doet, hoe meer ruimte er natuurlijk is voor verbetering. Daar komt de positieve en optimistische Hélène piepen. Op productniveau zie je in de bouwsector wel wat innovatieve beweging, maar op vlak van value chain kan het echt stukken beter. Met BuildUp stellen we de klassieke rollen – van architect tot aannemer – in vraag. We zijn door die methode van werken niet overal even welkom. De fragmentatie van de waardeketen en de massa aan partijen en spelers in het veld: dát is voor mij de grootste uitdaging binnen de bouwsector.”
Worden straks al onze woningen offsite gebouwd?
Hélène: “Tegen 2050 wil Europa energieneutraal zijn. Mooi. Maar heeft iemand al eens nagedacht hoe we daar geraken? Dan kom je onvermijdelijk op energetisch renoveren uit met een nieuw jasje rond de woning. Dat doen we ook met BuildUp. Door offsite te bouwen kan je tot wel negen woningen per dag renoveren. Daar komt die snelheid weer kijken. Zonder in te boeten op kwaliteit. We kunnen zo’n 20% van ons bestaand patrimonium vandaag op deze manier renoveren en tot 80% van de nieuwe woningen bouwen.”
Waar sta je binnen 10 jaar met BuildUp?
Hélène: “Ik wil met BuildUp graag een shift in beweging zetten in de value chain van de bouwsector. Als woningen tegen dan van de band rollen zoals auto’s aan een uitzonderlijke kwaliteit, dan heb ik mijn doel bereikt, denk ik. Woningen dragen ook gewoon op veel vlakken bij aan de maatschappij: van biodiversiteit tot sociale inclusiviteit en wateropname. Innovatief investeren in deze sector komt de hele samenleving ten goede.”
Trek je die duurzame mindset van je professionele leven ook door naar je dagelijkse leven?
Hélène: “Zeker weten. Ik heb mijn eigen moestuin en probeer zelfvoorzienend te zijn in plantaardig voedsel. Ook in onze energie zijn we door hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie al een stuk zelfvoorzienend. Ik koop daarbij ook vaak tweedehands en probeer zero waste te shoppen. Ik ben niet perfect hé. Kleine dingen helpen. Hebben we in ons gezin bijvoorbeeld nood aan twee wagens? Het zijn dingen die je je moet afvragen. We moeten zo optimaal mogelijk gebruik maken van de grondstoffen die we al hebben.”
Traditioneel sluiten we onze interviews af met de vraag naar een ultieme duurzame tip voor de lezer. Heb jij er nog één?
Hélène: “De klimaattransitie zal afhangen van de mindset van de mensen. De oplossingen zijn er. We hangen eigenlijk af van drie zaken: beleid, snelheid én de mens zelf. Een kleine verandering in onszelf kan al een gigantische impact hebben op onze carbon footprint. We moeten nu samen op die trein durven springen.”