Elektrische auto’s zijn stilaan niet meer weg te denken uit het straatbeeld, maar in België naar het werk rijden is natuurlijk nog iets anders dan met je elektrische wagen op vakantie gaan. Naar welke landen kan je gaan? Hoe laad je op onderweg? En wat als je plots pech hebt onderweg?
Een antwoord op al je vragen
Hoe ver kan ik met mijn elektrische auto rijden?
Toen elektrische wagens rond 2010 hun intrede maakten, zagen veel chauffeurs het nog niet meteen zitten om hun brandstofwagen aan de kant te zetten. De grootste drempel was de actieradius van de elektrische tegenhangers: de meeste konden toen niet verder rijden dan 150 kilometer.
Ondertussen biedt elektrisch rijden meer voordelen en zijn met het aantal modellen, ook de afstanden die ze kunnen afleggen enorm uitgebreid. Tegenwoordig rijd je met een elektrische wagen makkelijk al een paar honderd kilometer. Er zijn zelfs al modellen op de markt die 700 kilometer meegaan. Een ritje naar Straatsburg, Parijs of Bremen kan vlot zonder tussenstop. Daarmee komt de elektrische wagen steeds meer in de buurt van de prestaties van de brandstofauto.
- Ter vergelijking: de actieradius van wagens met een verbrandingsmotor verschilt naargelang de inhoud van de benzinetank (meestal 40 of 60 liter), maar is doorgaans minstens 500 kilometer – al rijden veel modellen ook makkelijk tot 700 en zelfs 1000 kilometer.
Ongeacht je auto, je bent altijd beperkt als je lange afstanden aflegt. Het grootste verschil is dat je aan het tankstation wat meer tijd kwijt bent met een elektrische auto dan met een brandstofwagen die je snel even voltankt. Maar dat kan je natuurlijk ook slim combineren met een overnachting in een gezellige stad die je onderweg bezoekt. Kies je voor een snellader, dan kan je na een lunchbreak van 20 à 30 minuten alweer de weg op.
Leestip: Verre afstanden met een elektrische wagen doe je zo: 5 handige tips!
Zijn er voldoende laadpalen onderweg?
Europa telt momenteel een half miljoen laadpalen, waarvan 9.000 snelladers. Maar de grote spreiding van deze laadstations maakt het ene land al toegankelijker om met je elektrische wagen op reis te gaan dan het andere.
Onderzoek van ChargeUp (Europese vereniging van exploitanten van laadstations) toont aan dat West-Europa veel meer laadpalen telt dan Centraal- en Oost-Europa. Duitsland en Nederland zijn de koplopers: zij bezitten samen meer dan 50% van de Europese laadpunten. Daarna volgen Oostenrijk, Frankrijk, Italië en Zweden, met elk meer dan 10.000 laadpalen. Ook België hoort in dat rijtje thuis. Een citytrip in eigen land is dus ook altijd een optie.
Met minder dan 100 laadpalen is Griekenland echter geen goede reisbestemming voor elektrische auto’s, net als Litouwen, Estland en Letland die slechts een paar honderd laadstations tellen. Kijk dus altijd goed na hoe het laadpalennetwerk van je vakantieland eruitziet.
Gelukkig komen er ook ieder jaar verschillende laadpalen bij. Naar schatting van ChargeUp zal het aantal Europese laadstations tegen 2030 tien keer groter zijn. De populariteit van elektrisch rijden stijgt namelijk razendsnel, onder andere dankzij de wetten en steunmaatregelen die zowel de EU als de lidstaten ervoor in het leven riepen.
Wat met pech onderweg?
Eigenlijk is er weinig verschil tussen pech met een brandstofauto en pech met een elektrische auto. Een lekke band komt bijvoorbeeld even vaak voor. Batterijproblemen maken natuurlijk wel het grootste deel uit van de pechverhelping bij EV. Daar zijn de pechdiensten tegenwoordig al goed op voorbereid: ze komen je lege accu met een mobiele batterij opladen of slepen je auto naar het dichtstbijzijnde laadstation. Dan kan je zo weer verder.
- Soms is de bijstand beperkt in regio of tijd. Dan kan het een goed idee zijn om een extra verzekering af te sluiten. Kijk dus altijd de voorwaarden na voor je op vakantie vertrekt.
Het meest voordelige tarief voor je elektrische wagen? Comfy Plus voorziet je auto van 100% groene stroom én pechbijstand. Door onze samenwerking met Touring genieten Luminus-klanten van de meest voordelige service.

Is vakantie met een elektrische auto duurder dan een gewone auto?
Het grote voordeel van elektrisch rijden, is het lage prijskaartje van de ‘brandstof’. Hoe groot dat verschil met standaardauto’s precies is, hangt vooral af van de brandstof- en elektriciteitsprijzen en hoeveel je wagen verbruikt. Om je een idee te geven van hoe dat er in de praktijk kan uitzien, kijken we naar de gemiddelde cijfers voor beide soorten auto’s:
- De gemiddelde brandstofwagen verbruikt 7 liter benzine per 100 kilometer. Vermenigvuldig dat met de huidige brandstofprijs* van € 1,90 per liter en je komt op een totaal van € 13,30 voor 100 km.
- De gemiddelde elektrische wagen verbruikt 16 kWh per 100 kilometer. Vermenigvuldig dat met de huidige elektriciteitsprijs* van € 0,50 per kWh en je komt op een totaal van € 8 voor 100 km.
Reizen met een elektrische auto is dus ruim de helft goedkoper dan reizen met een auto met verbrandingsmotor, als je gebruik maakt van gewone laadpalen. Wanneer je lange afstanden aflegt, kies je soms liever voor de snellader. Die laadkosten liggen echter een stuk hoger, zoals je kan zien in dit rekenvoorbeeld:
- De gemiddelde elektrische wagen verbruikt 16 kWh per 100 kilometer. Vermenigvuldig dat met de huidige gemiddelde laadprijs van de Belgische snelladers* van € 0,60 per kWh en je komt op een totaal van € 9,60 voor 100 km.
*prijzen van augustus 2022
- Laden aan een snellader kost een pak meer, maar je kan ook sneller weer de weg op. Als je het financieel aan kan, is het wel aangeraden om je batterij per 200 kilometer tot 80% vol te gooien aan een snellader. Veel ervaren gebruikers noemen dat de meest efficiënte manier om lange afstanden af te leggen.
Lees meer over de tarieven van verschillende laadpalen.
Een goede voorbereiding
Op reis gaan met een elektrische wagen hoeft dus helemaal geen belemmering te zijn, al vraagt het wel wat extra voorbereiding:
- Stippel steeds zorgvuldig je route uit langs verschillende laadstations.
- Kies voor accommodatie met laadmogelijkheden.
- Zorg voor voldoende laadpassen, zoals de PowerPass van Luminus, want niet alle laadpalen in Europa zijn vrij toegankelijk. Soms maken ze deel uit van een netwerk dat je alleen met een laadkaart kan gebruiken. Om zeker te zijn dat je overal terecht kan, vraag je best extra laadpassen aan. Plugsurfing en Chargemap zijn enkele van de bekendste.
- Eenmaal onderweg hou je best ook je actieradius in de gaten. Die beïnvloed je zelf met je rijgedrag, maar ook koud weer kan de actieradius beperken. Neem dus altijd wat marge en laad iets vroeger op dan nodig. Zo ben je steeds zeker dat je het volgende laadpunt haalt. En is het station defect of in gebruik? Dan heb je nog wat kilometers over om naar de volgende te rijden.