Dakisolatie is een uitstekende en relatief goedkope manier om energie te besparen. Maar wie efficiënt zijn dak wil isoleren, moet een aantal voorzorgsmaatregelen nemen. Als het isolatiemateriaal slecht geplaatst wordt, is het rendement niet optimaal of is je woning misschien niet meer helemaal luchtdicht. Lees hier onze lijst met vaak voorkomende isolatiefouten om te vermijden bij het isoleren van je dak.
Isolatiefout 1: je dak isoleren met te weinig materiaal
Het is een fabeltje dat een te dikke laag dakisolatie schimmel veroorzaakt. Je dak te veel isoleren kan namelijk niet. Het is net op de plekken waar de isolatielaag te dun is of ontbreekt, dat de kans op vochtproblemen groter is. Daar kunnen namelijk luchtlagen ontstaan die ruimte openhouden voor vocht. Algemeen geldt dus: beter te veel dan te weinig.
Hoeveel isolatiemateriaal je precies nodig hebt, hangt af van het materiaal dat je gekozen hebt. Als je bijvoorbeeld je dak wil isoleren met minerale wol, moet de isolatielaag minstens 16 cm dik zijn. Heb je weinig plaats? Kijk dan eens naar de R-waarde (thermische weerstand) of de U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt) van verschillende isolatiematerialen. Hoe hoger de R-waarde en hoe lager de U-waarde, hoe beter de isolatiekwaliteit.
TIP: De normen voor isolatie(dikte) worden steeds strenger. Als je vandaag kiest om je dak te isoleren, gebruik dan wat dikkere dakisolatie om al te beantwoorden aan de toekomstige normen!
Isolatiefout 2: de binnenzijde is niet lucht- en dampdicht
Volledig efficiënte dakisolatie moet homogeen zijn en doorlopen over de hele wand. Wanneer isolatie op een plek onderbroken wordt, gaat de warme lucht naar buiten en komt er koude lucht naar binnen. Die luchtstromen door de wand van een gebouw worden ook wel koudebruggen genoemd en ze veroorzaken een groot energie- en rendementsverlies. Bij een hoge luchtvochtigheidsgraad leidt die koudebrug ook nog eens tot condensatie, waardoor er een risico op schimmels ontstaat.
Onze tips voor luchtdichte dakisolatie:
- Plaats luchtdichte folie en een dampscherm.
- Plak overgangen dicht met tape.
- Dicht kieren af of vul ze op met PUR-schuim.
- Ventileer je woning voldoende zodat de vochtige lucht weg kan.
Isolatiefout 3: de buitenzijde is niet winddicht en niet damp-open
Je dak doeltreffend isoleren betekent niet alleen voldoende ventilatie aan de binnenzijde. De buitenzijde moet ook beschermd zijn tegen wind en regen. Isolatie en winddichtheid gaan hand in hand. Als er koude lucht bij de kern van de dakisolatie raakt, leidt dat gegarandeerd tot warmteverlies.
Je wil ook dat je dak ‘ademt’. Vocht in je isolatielaag zorgt voor condensatie en leidt – zoals eerder vermeld – tot schadelijke schimmels. Vergelijk het met een winterjas. De koude lucht moet buiten blijven en de warmte binnen, maar tegelijkertijd wil je dat de jas ademt om zweet af te voeren. Dat geldt ook voor je dak. Daarom moet je ervoor zorgen dat de buitenzijde winddicht is en de binnenzijde damp-open.
Isolatiefout 4: er is een luchtspouw tussen het dak en de isolatie
Vroeger voorzag men vaak een luchtspouw tussen de isolatie en het dak om te ventileren. Tegenwoordig zijn deskundigen het erover eens dat dat geen goed idee is. Je verliest er namelijk wel wat rendement mee door convectie (warmteoverdracht door de luchtbeweging). De luchtstroom gaat dan niet alleen van binnen naar buiten, maar ook andersom.
Deze luchtspouw verhoogt ook het risico op condensatie doordat er vochtige lucht binnenstroomt. Kies dus liever niet voor luchtspouwen en vul de ruimte tussen de buitenmuren en het dak volledig op met geschikte dakisolatie.
Isolatiefout 5: isolatie te hard aandrukken
Door je isolatiemateriaal te stevig aan te drukken, creëer je warmteverlies. Isolatiemateriaal is namelijk gevuld met stilstaande lucht. Wanneer je de isolatie heel hard aandrukt, druk je alle lucht eruit en zal het isolatiemateriaal warmte/koude geleiden in plaats van je dak te isoleren.
TIP: Snijd het isolatiemateriaal altijd mooi op maat, zowel in de dikte als in de breedte. Snij de stroken iets breder dan de afmetingen (1 tot 2 cm), zodat ze mooi aansluiten en winddicht zijn, maar druk ze niet te hard samen.
Isolatiefout 6: de verkeerde materiaalkeuze
Er bestaan heel wat soorten isolatiemateriaal. Isoleren doen ze allemaal uitstekend, maar er is gegarandeerd een optie die het best aansluit bij jouw noden. Daarom is het belangrijk om een goede keuze te maken.
- Plaats het juiste materiaal op de juiste plaats. Zachtere isolatiemateriaal laat zich makkelijker plaatsen in een houten frame. Harde isolatieplaten zijn dan weer perfect voor vlakke ondergronden.
- Kies voor isolatiemateriaal met een goede dampdoorlaatbaarheid in ruimtes met warme en vochtige lucht, zoals de badkamer.
- Gebruik brandwerende dakisolatie, bijvoorbeeld boven de technische ruimte.
- Woon je in een buurt met veel lawaai of heb je zelf een drummer in huis? Houd dan ook rekening met de akoestische eigenschappen van het materiaal, zodat niemand last heeft van lawaai.
- Ga na of het materiaal milieuvriendelijk en duurzaam (ontwikkeld) is. Er bestaan ook gerecycleerde isolatiematerialen.
Isolatiefout 7: zonder advies aan de slag gaan
Zelfs wanneer je de 6 voorgaande fouten vermijdt, is het geen eenvoudige klus om zelf dakisolatie te plaatsen. Vraag dus beter advies aan een professional met ervaring. Dakisolatie hoort meerdere decennia mee te gaan, dus dan kies je maar beter meteen voor een kwalitatieve plaatsing en materiaal.