Een kwaliteitsvolle jurk van 300 euro voor slechts 50 euro? Het kan! De Antwerpse Caroline Baeten (37) is de bezielster van Dressr. Dankzij haar initiatief kunnen modeliefhebbers hun kleerkast maandelijks vullen met prachtige merken aan een betaalbare prijs. In een notendop: je bezit het stuk niet, maar je huurt het en hebt op die manier een positieve impact. Tijd voor een inzichtrijk gesprek met een van de verschilmakers in de huidige modewereld! Lees of luister mee:
Vertel eens. Wat is Dressr en hoe kwam je op het idee?
Caroline Baeten: “Dressr is simpel gezegd een kledingbibliotheek waar mensen broeken en jurken, maar evengoed handtassen en accessoires kunnen huren. Een outfit voor elke dag, maar ook wat feestelijkere kledij. In de catalogus vind je momenteel 50 duurzame modemerken terug: 45 Belgische en 5 Nederlandse. We hebben drie abonnementen waarbij je elke maand twee, drie of vier items kan huren, maar sinds kort zijn we ook begonnen met de eenmalige verhuur. Moet je naar een trouwfeest en wil je geen honderden euro’s spenderen aan een outfit die je achteraf nooit meer draagt? Dan huur je toch gewoon een jurk bij Dressr (lacht).
Zelf ben ik al een tijdje gestopt met nieuwe kleding te kopen. De gedachte alleen al dat er mensen uitgebuit werden, gewoon omdat ik een nieuwe broek wou, dat kon ik niet meer aan. Zo kwam ik dan ook op het idee om kleding te verhuren. Het concept paste trouwens perfect binnen de sustainable development goals, waarin gepleit wordt voor betere mensenrechten en een beter klimaat.”
Hoe vervuilend is de (fast)fashionindustrie eigenlijk?
Caroline Baeten: “Heel vervuilend! 2 procent van de globale CO2-uitstoot en 4 procent van het waterverbruik komt van de (fast)fashionindustrie. Elk jaar worden er ook 150 miljoen bomen gekapt, enkel en alleen voor de stoffen. Daarnaast wordt maar liefst 90 procent van de arbeiders die onze kleding maken, uitgebuit. Zelfs kinderen, want o.a. in China is kinderarbeid spijtig genoeg nog altijd realiteit. Om nog maar te zwijgen over de gigantische kledingbergen in Afrika en Zuid-Amerika. Wist je dat een kledingstuk na ongeveer 10 draagbeurten al in de vuilnisbak belandt? Waanzinnig, toch?”
Hoe gaat het ‘shoppen’ er bij Dressr aan toe?
Caroline Baeten: “Het principe van Dressr is bijna identiek aan dat van een gewone boekenbibliotheek. Je kiest een boek, je betaalt, je leest het, je brengt het terug en je kiest een ander exemplaar. Alleen hebben wij abonnementen en kun je – naargelang de prijs die je betaalt – twee, drie of vier kledingstukken huren. Je hoeft ook niet alles wat je huurt in één keer terug te sturen. Stel dat je een abonnement voor twee stuks per maand hebt en een jurk bevalt je zo erg dat je die wat langer wil houden, dan stuur je het andere gewoon terug en kies je daarvoor iets nieuws. Maar in tegenstelling tot boeken die snel verslijten, zetten we bij Dressr volop in op de levensduur. Alles wat we verhuren, wordt professioneel gereinigd en gerepareerd. Klanten gaan nooit het gevoel hebben dat wat ze huren al gedragen is.”
Wat vindt de klant allemaal terug in de collectie?
Caroline Baeten: “Dressr werkt voornamelijk samen met onafhankelijke designermerken. De bekendste is misschien wel Lies Mertens met haar handtassen, of Abelone Wilhelmsen met haar prachtige kledij. De grootsten zijn ongetwijfeld Terre Bleue en Gigue die, geloof het of niet, zelf bij ons zijn komen aankloppen. Zalig!”
Na 6 verhuurmaanden komen we aan 42 draagbeurten – terwijl een gewoon kledingstuk maar gemiddeld 10 keer gedragen wordt – en dat we 52 procent minder CO2-uitstoot zouden hebben, en nog eens 76 procent minder water zouden verbruiken.
Wat is het grootste voordeel van Dressr?
Caroline Baeten: “Voor de huurders? Dat je wat meer afwisseling kunt brengen in je kleerkast, maar dan op een verantwoorde manier. En het zijn dikwijls stuks die, als je ze zou moeten kopen, niet voor iedereen toegankelijk zijn. Zo kan ook jij eens met een duurdere handtas op stap. Daarnaast is uit een onderzoek van de Universiteit Antwerpen gebleken dat we een positieve impact maken. Dus ook het klimaat is gebaat bij initiatieven als Dressr.”
Hoe groot is die positieve impact dan precies?
Caroline Baeten: “De Universiteit Antwerpen is ervan uitgegaan dat een kledingstuk van Dressr zeven keer gedragen wordt gedurende een maand. Dat zou betekenen dat we na 6 verhuurmaanden aan 42 draagbeurten komen – terwijl een gewoon kledingstuk maar gemiddeld 10 keer gedragen wordt – en dat we 52 procent minder CO2-uitstoot zouden hebben, en nog eens 76 procent minder water zouden verbruiken.”
Jullie kleding moet uiteraard tot bij de verhuurder raken. Gebeurt ook dat op een duurzame(re) manier?
Caroline Baeten: “Eerlijk is eerlijk: alle pakketjes gaan de deur uit met bpost. We kijken zeker naar groenere alternatieven, en zodra we die gevonden hebben, schakelen we over. Maar wij kunnen natuurlijk niet alles veranderen. Bovendien doen we het op het gebied van transport sowieso al beter. De kledingstukken die je in de winkel vindt, hebben dikwijls al duizenden kilometers afgelegd, gewoon om tot in ons land te raken. De stukken uit onze collectie worden zo goed als allemaal lokaal gemaakt, in België of bij uitbreiding in Europa.”
Heb je nog wilde toekomstplannen met Dressr?
Caroline Baeten: “De grootste missie is om het huren van kleding te normaliseren. Eerst in België, maar later ook in de rest van de wereld. Of toch zeker in Europa (lacht). De bedoeling is om volgend jaar al naar Nederland te trekken. Onze noorderburen kunnen we perfect bedienen vanuit ons hoofdkwartier in Antwerpen. Als we ooit in Frankrijk of Duitsland geraken, dan is het wel de bedoeling om daar ter plekke een stock aan te leggen. Duurzaamheid staat altijd voorop.”
Een mooie ambitie! Met Dressr maak je duidelijk verantwoorde keuzes, trek je die lijn ook thuis door?
Caroline Baeten: “Ik ben niet al te streng voor mezelf. Ik eet zo nu en dan nog een stukje vlees. En op het gebied van shoppen, probeer ik altijd een alternatief te vinden en dus geen ‘nieuwe’ kleding meer te kopen. Mijn dochter is inmiddels vier en draagt de kleren van haar nichtje, die maar een half jaar ouder is. Voor álles wat ik koop, kijk ik eerst naar tweedehandswinkels, of hoor ik rond in mijn omgeving.”
Natuurlijk zijn wij ook heel benieuwd naar je energiebewustzijn. Hoe uit zich dat thuis?
Caroline Baeten: “Het huis waarin we wonen, huren we van familie, dus veel hebben we op dat vlak niet te zeggen. Gelukkig heeft de eigenaar een hele tijd terug flink geïnvesteerd in een goede isolatie en zonnepanelen. En als ik het licht eens laat branden, krijg ik gegarandeerd een uitbrander (lacht). Het zit ‘m vooral in de kleine dingen: dikke gordijnen voor de ramen en deuren hangen om minder warmte verloren te laten gaan bijvoorbeeld.”
Tot slot: wat is jouw ultieme duurzaamheidstip die je de lezer graag nog wilt meegeven?
Caroline Baeten: “Denk aan het consumeren, of beter gezegd: consuminderen. Al dat shoppen is een gewoonte, een drang die je kan stoppen. Dat voelt even als afkicken, maar eens dat lukt, ga je elke aankoop anders bekijken. Een grasmaaier kan je toch perfect een keer lenen van de buren? En een lounge voor in de tuin vind je misschien ook wel op een tweedehandswebsite.”