De verschilmakers #38: HNST

Dat een jeansbroek zowat het meest vervuilende kledingstuk in de kast is, was voor het team achter HNST de reden om de spijkerbroek grondig onder handen te nemen. Het resultaat? Een Antwerps denimlabel dat de meest duurzame jeans ter wereld op de markt bracht. Tijd voor een goed gesprek met Sustainability en Product Manager Eva!

Vertel eens: wat is HNST en hoe is het allemaal begonnen?

Eva: “HNST (wat staat voor het Engelse honest of eerlijk) is ontstaan vanuit de vraag: wat kan vandaag de dag beter? Het antwoord was duidelijk: de mode-industrie en dan vooral de spijkerbroek. Want dat is het meest vervuilende kledingstuk, zowel op ecologisch als sociaal vlak. En het is in bijna elke kleerkast te vinden. Daarom namen we met het HNST-team de hele problematiek onder de loep om zo de meest duurzame jeans ooit te bedenken. En dat is gelukt: de HNST-spijkerbroek bestaat uit 56 procent gerecycleerde oude jeans, 23 procent virgin katoen en 21 procent lyocell, een natuurlijke kunstvezel gemaakt van eucalyptusbomen. Maar ook aan de kleinste details is gedacht. Zo kun je de knoppen losschroeven om ze nadien in een volgende jeans te gebruiken. Het merklabel is gemaakt van jacron (papieren nepleder) en de productinformatie wordt gezeefdrukt op de binnenzakken. Daardoor is een HNST-jeans 100 procent recycleerbaar.”

Je zei daarnet ‘het meest vervuilende kledingstuk in onze kast’. Hoe vervuilend is de denimindustrie eigenlijk?

Eva: “Een klassieke jeans heeft tijdens de productie zo’n 7.000 tot 8.000 liter water nodig. Om dan nog maar te zwijgen over alle chemicaliën die gebruikt worden om spijkerbroeken te maken. Het jammere is dat een jeans niet ontworpen is om te recycleren. De metalen ringetjes aan de broekzakken, de polyester labels, hoge percentages stretch en de leren backpatch maken dat onmogelijk. Dat maakt dat 75 procent van onze jeansbroeken zullen eindigen op de stortplaats of in de verbrandingsoven.” 

Hebben jullie een idee hoeveel jullie vandaag besparen met een broek van HNST?

Eva: “Een HNST-jeans stoot 76 procent minder CO2 uit en bespaart 6.639 liter water in vergelijking met een klassieke spijkerbroek.” 

Vandaar jullie noodzakelijke missie, dus. Hoe verloopt het productieproces van jullie jeansbroeken? 

Eva: “Een HNST-jeans is gemaakt van oude spijkerbroeken die bij de Kringwinkel worden binnengebracht of die rechtstreeks aan ons worden bezorgd. We laten ze in Duitsland vermalen tot katoenpluis. De gerecycleerde vezels komen dan terug naar België. De West-Vlaamse spinnerij European Spinning Group vermengt het pluis met lyocell en spint het tot garen. Vervolgens gaat het naar Italië. Daar krijgt het garen een indigokleur, de typische blauwe kleur van jeans. Normaal gezien komen daar heel wat chemicaliën aan te pas, maar deze Italiaanse firma hecht de kleur aan de vezels met … elektriciteit! Vervolgens worden de garens verweven tot doeken. Dan volgt een laatste trip naar Portugal, waar de doeken gesneden en aan elkaar genaaid worden tot een echte jeans. De laatste stap? De washings om van die diepe indigoblauwe kleur naar lichtere tinten te gaan. En dan reizen de spijkerbroeken terug naar België, op zoek naar een enthousiaste eigenaar.”

De jeans legt een hele reis af: naar Duitsland, Italië, Portugal en terug naar ons land. Een bewuste keuze?

Eva: “Het lijkt een grote reis, maar de klassieke spijkerbroek legt zo’n 50.000 kilometer af vooraleer die in je kast belandt. Van China naar Turkije, India en weer terug, om maar een voorbeeld te geven, om uiteindelijk in Europa terecht te komen. Dat moest beter. Natuurlijk wilden we zo dicht mogelijk bij huis blijven, maar we zochten ook bewust partners die in het circulaire verhaal geloven. Zo kwamen we uit bij de spinnerij in West-Vlaanderen, de weverij in Italië en het confectieatelier in Portugal.” 

En wat gebeurt er met de broeken als die versleten zijn? 

Eva: “HNST zou niet circulair zijn als we geen antwoord klaar hadden (lacht). Als je een broek van ons koopt, betaal je 15 euro statiegeld. Breng je de broek weer binnen als die versleten is, dan krijg je 15 euro korting op je volgende jeans. De ‘oude’ jeans wordt dan gewoon opnieuw gerecycleerd, tot een nieuwe HNST-spijkerbroek.” 

Maken jullie tijdens het productieproces ook gebruik van duurzame toepassingen?

Eva: “Absoluut! De fabrieken waarmee we samenwerken, zetten volop in op duurzaamheid. Zo werken zowel onze Belgische spinnerij als de weverij in Italië met hernieuwbare energie afkomstig van zonnepanelen en wind. Bovendien worden de broeken in de Portugese wasserij ‘gewassen’ met laser, nanobubbels of ozon. Maar we blijven altijd kijken hoe het beter kan. Momenteel zijn we trouwens druk bezig om ook zwarte jeansbroeken in de collectie op te nemen. De kleurstoffen die we daarvoor willen gebruiken, zullen we opvangen en later hergebruiken.”  

Waarom zouden andere merken ook voor circulair moeten kiezen? 

Eva: “Met hun businessmodel dat draait om lage prijzen, hoge snelheid en lage kwaliteit, zetten de fast fashion ketens de shoppers aan om te blijven kopen. Het gevolg? Kledingstukken worden minder lang gedragen en vliegen sneller de vuilnisbak in omdat je ze niet kunt recycleren. En dat gaat ten koste van het milieu. Nu zien we dat steeds meer merken aandacht besteden aan duurzaamheid en het circulaire gedachtegoed. Dat is een transitie die we alleen maar aanmoedigen. Helaas zien we ook dat veel merken deze termen misbruiken om hun imago op te poetsen en zich groener voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. Zo blijkt een holistische aanpak met evenveel aandacht voor mens en milieu vaak nog ver te zoeken. Het merendeel van de kleren, en zeker jeans, wordt gemaakt in lageloonlanden. De mensen die jouw jeans hebben gemaakt, krijgen minder dan een leefloon en werken vaak in erbarmelijke omstandigheden. Ze riskeren zelfs hun leven, want al die chemicaliën die in het productieproces gebruikt worden, verhogen het risico op longkanker. Dat is toch reden genoeg om het anders te doen?”

Waar hopen jullie over vijf à tien jaar te staan met HNST? 

Eva: “We willen een toonaangevende speler worden binnen Europa. En de hele mode-industrie uitdagen om duurzamer en circulair te worden. Ook willen we duidelijk maken dat een compromis tussen kwaliteit, stijl en duurzaamheid niet nodig is, wij combineren ze nu al alle drie.”

Is die bewuste mindset ook thuis aanwezig? 

Eva: “Ja, ik heb al jaren extra aandacht voor het milieu. Zo eet ik al een hele tijd vegetarisch, en probeer ik nu ook zoveel mogelijk vegan te eten. Dat lukt niet altijd, maar alle kleine beetjes helpen. Andere klassiekers: ik probeer zo weinig mogelijk afval te verzamelen en ik haal onder meer mijn groenten bij de boer. En … ik werk voor een circulair jeanslabel hè!” 

Nog een leuke afsluiter: welke toptip zou je nog geven als het gaat om een duurzamere levensstijl?

“Ik denk dat je al een wereld van verschil maakt als je gewoon al beseft dat je als klant een gigantische invloed hebt op de markt. Het geld dat je spendeert – bijvoorbeeld aan een duurzame jeans –  geef je niet meer uit bij een fast fashion keten. En hoe meer mensen dat beseffen, hoe harder een niet zo duurzaam merk dat voelt. Dan is een omschakeling nódig om te kunnen overleven.”